De vrijstelling in box 3 is verhoogd van € 50.000 naar € 50.650 per belastingplichtige. Hebt u een fiscale partner, dan hebt u samen dus een vrijstelling van € 101.300. Het tarief is 31% gebleven. De verhoging van de box-3-vrijstelling werkt echter niet door naar de diverse inkomens- en vermogensafhankelijke regelingen, zoals de zorg- en kinderopvangtoeslag en de eigen bijdrage aan een zorginstelling.
Wijziging grondslag vermogensgrens voor huurtoeslag
Sinds 2021 is een vermogensgrens geïntroduceerd voor de vaststelling of recht bestaat op huurtoeslag. Die grens ligt in 2022 bij een rendementsgrondslag in box 3 die hoger is dan € 31.747 (fiscale partners € 63.494). Is het box-3-vermogen hoger dan deze grens, dan legt de inspecteur het bedrag van de rendementsgrondslag vast in een voor bezwaar vatbare beschikking die wordt opgenomen op de aanslag inkomstenbelasting. Deze vermogensgrens is alleen relevant voor de huurtoeslag, omdat op andere inkomensafhankelijke regelingen geen (kinderopvangtoeslag) of juist hogere vermogensgrenzen (zorgtoeslag; zie hierna) van toepassing zijn.
Nog steeds forfaitaire rendementen
Het systeem van box 3 wijzigt (nog) niet. Hoe groter uw vermogen is, des te meer rendement u geacht wordt te maken en dus hoe meer box-3-heffing u moet betalen. De definitieve forfaitaire rendementspercentages voor de box-3-heffing in 2022 zijn (tussen haakjes forfaitair rendementspercentages 2021):
box 3-vermogen | Forfaitair rendementspercentage |
€ 50.650 – € 101.300 | 1,82% (1,90%) |
€ 101.300 – € 1.013.000 | 4,37% (4,50%) |
boven € 1.013.000 | 5,53% (5,69%) |